TNO Arbeid toont fraude en misbruik reïntegratiebedrijven aan
Op de vechtmarkt van de arbeidsreïntegratie kan het voor bedrijven lucratief zijn om er een creatieve boekhouding op na te houden. Dat blijkt uit onderzoek van TNO Arbeid in opdracht van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingendienst (SIOD). ?De introductie van marktwerking heeft geleid tot krappe marges voor reïntegratiebedrijven. Veel reïntegratiebedrijven worden bijna genoodzaakt zo creatief mogelijk om te gaan met de (beperkte) ruimte in de aanbestedings- en afrekeningssystematiek?, aldus het rapport ?Misbruik van reïntegratiegelden?.
Concreet leidt deze situatie ertoe dat reïntegratiebedrijven claimen dat hun prestaties en diensten meer en beter zijn dan in werkelijkheid. Zo worden er via verschillende regelingen dubbele declaraties voor diensten ingediend. Soms worden cliënten onnodig lang in de wacht gezet, in de hoop dat ze zelf werk zullen vinden. Ook worden REA-subsidies aangevraagd, zonder dat er verbeteringen worden aangebracht op de werkplek van de cliënt.
Daarnaast zag onderzoeksinstituut TNO nog een aantal mogelijke fraudevormen waarvan niet bekend is of ze gehanteerd worden of niet. In deze branche gaat jaarlijks 1,2 miljard euro om.
Fraude is makkelijk
Door de vele mazen in het net van de regelgeving is er volop gelegenheid voor een reintegratiebedrijven om misbruik te maken. Zo kan een reïntegratiebedrijf vrij makkelijk bij zijn opdrachtgever diensten in rekening brengen die nooit zijn geleverd.
Bovendien raakt regelmatig informatie ´zoek´, bijvoorbeeld doordat de opdrachtgever een ander computersysteem gebruikt dat niet correspondeert met het reïntegratiebedrijf.
Opdrachtgevers weten vaak niet eens of een cliënt aan werk is geholpen of niet. Ook wordt opdrachtgevers zand in de ogen gestrooid door complexe juridische en administratieve constructies op te zetten.
Papieren controle
Meest kwalijk is nog dat de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) geen enkele bevoegdheid heeft voor controle bij de reïntegratiebedrijven. Er vindt slechts ´papieren controle´ plaats door opdrachtgevers en accountants, dus zonder zicht op de praktijk van de uitvoering.
Om hoeveel geld het gaat bij frauderende reïntegratiebedrijven is niet bekend. Wel is een strafrechtelijk onderzoek gestart bij een van de voor het onderzoek geraadpleegde reïntegratiebedrijven, zo meldt staatssecretaris Van Hoof op 31 mei in een brief aan de Tweede Kamer. Tevens meldt hij dat er inmiddels ´stappen zijn gezet´ om het risico van fraude in de reïntegratiebranche te verminderen.
Marco Ploeger