Tweede Kamer heeft forse kritiek op reïntegratiepraktijk
Amsterdam/Den Haag - De Tweede Kamer wenst op zo snel mogelijke termijn meer duidelijkheid over de resultaten van reïntegratiebedrijven. Zowel de regeringsfracties als de oppositiepartijen zijn zeer ontevreden over de huidige praktijk. Dat bleek tijdens het kamerdebat woensdag 13 april.
'De reïntegratie is een zwart gat. Er komt niemand door aan het werk. En toch gaat de regering maar door het met het gooien van geld in een bodemloze put.' Aldus Tweede Kamerlid Ineke van Gent (GroenLinks) tijdens de overlegvergadering die gisteren in de Tweede Kamer plaats vond. Zowel de oppositiepartijen als de regeringsfracties hadden zware kritiek op de wijze waarop werkzoekenden en arbeidsongeschikten naar de arbeidsmarkt worden bemiddeld.
Het is de fracties niet duidelijk geworden wat de resultaten zijn van de vele ‘kijk naar jezelf -cursussen’ en sollicitatietrainingen, die de klanten van het UWV en de sociale diensten moeten ondergaan. De veiling van werkzoekenden en WAO-ers in zogeheten ‘kavels’ kreeg alom kritiek. Volgens de Tweede Kamer moet er veel meer individueel maatwerk worden geboden.
Na de vernietigende rapporten van de Algemene Rekenkamer en de Inspectie Werk en Inkomen, wil ook de Kamer eindelijk weten waar het geld (600 miljoen euro per jaar) terechtkomt. Het geduld met de regering raakt langzamerhand op. Hubert Bruls (CDA): ‘Ik geef de regering tot juni de tijd om verbeteringen aan te brengen. Ik wil afrekenbare doelstellingen voor de hele SUWI-keten. Bij de begroting van 2006 moet duidelijk zijn waar het geld aan wordt besteed en wat de doelstellingen zijn.’
Frans Weekers (VVD): ‘Is het glas half vol of half leeg? Ik ben van nature optimistisch, maar als je de ervaringen van de cliënten hoort, dan springen de tranen je in de ogen. Natuurlijk zijn er ook goede resultaten, daar hoor je niets over. Over de reïntegratiemarkt heb ik geen oordeel, omdat het een jonge markt is. We willen wel dat de regering zo snel mogelijk duidelijk maakt wat de toegevoegde waarde is van die reïntegratiebedrijven.’
Over die toegevoegde waarde zijn met name Groen Links en SP stellig. Van Gent: ‘Al die “wat wil ik?” en “wie ben ik?”-cursussen, daar raken de mensen gefrustreerd van. Als het op deze manier doorgaat, solliciteren de bewindslieden zelf naar een omscholing.’
Jan de Wit (SP): ‘Eind 2006 hebben we eindelijk inzicht. Dat is rijkelijk laat. Intussen geven we miljarden euro’s uit. De mensen zijn zwaar gefrustreerd en hebben vooral het idee dat reïntegratiebedrijven hun zakken vullen. De mensen willen scholing, maar dat is er niet.'
Verantwoordelijk staatssecretaris Henk van Hoof (VVD) deed een half geslaagde poging om de Kamerleden tevreden te stellen. Volgens hem zal vóór het einde van 2005 meer duidelijkheid komen over de resultaten van de reïntegratiebedrijven. Dan is er ook een publiek toegankelijke benchmark - een vergelijkend warenonderzoek - beschikbaar. Volgens hem blijft het moeilijk om de netto resultaten van reïntegratieactiviteiten te meten. Van Hoof: ‘De resultaten worden te snel vertaald naar werk. Een “kijk naar jezelf!”-cursus kan voor sommige mensen heel erg nuttig zijn.’
Martin Brandwagt