Persbericht Euromarsen tegen werkloosheid, armoede en sociale uitsluiting
Nederlands komitee Euromarsen vertrekt dinsdag naar Europees Sociaal Forum in Parijs.
Van 12 tot en met 15 november wordt in Parijs het Europees Sociaal Forum gehouden.
Op het Forum worden enkele tienduizenden deelnemers uit heel Europa verwacht.
Na de succesvolle evenementen van het Wereld Sociaal Forum in 2001 en 2002 in Porto Alegre (Brazilië) bezochten vele duizenden mensen het eerste Europees Sociaal Forum in november 2002 in Florence (Italië). Ook dit jaar wordt het ESF een massale samenkomst van diverse sociale bewegingen en vakbondsgroepen. Men zal discussiëren over globalisering, oorlog en vrede, strategieën voor verzet en alternatieven. Een Andere Wereld is Mogelijk! is de centrale leuze. Op vier locaties in Parijs, nl Saint-Denis, Ivry, La Villette en Bobigny zijn er honderden zalen voor plenaire bijeenkomsten, seminars en workshops. Het ESF eindigt met een grote demonstratie op zaterdag 15 november in Parijs.
Op het ESF in Parijs is de discussie over de sociale zekerheid, de verarming en de verdeling van de rijkdom in de wereld één van de vijf thematische ‘assen’. Daar worden antwoorden ontwikkeld op de neo-liberale bezuinigingen en afbraak van de verzorgingsstaat. Het Nederlands komitee Euromarsen zal daarin de volgende voorstellen doen tijdens enkele toespraken op seminars en in discussies.
1. Terwijl de regeringen en de grote ondernemingen allang internationaal het beleid vaststellen, organiseren vakbonden en sociale bewegingen op het gebied van sociale zekerheid zich nog steeds langs nationale scheidslijnen. Er zullen internationaal gedragen en goed uitgewerkte alternatieven voor de steslematige afbraak van de bestaanszekerheid van veel werkenden en uitkeringsgerechtigden geformuleerd moeten worden. Het Europees net werk van de Euromarsen wil een internationale norm voor het sociale minimum, waarbij dit minimum ongeacht de technische uitwerking van een sociaal zekerheidsstelsel wordt vastgesteld op 50% van het BNP per hoofd van de bevolking. De eis van 50% van het BNP per capita stelt voor èlk land in Europa een duidelijke en harde ondergrens voor de mate waarin alle ingezetenen aanspraak kunnen maken op een deel van de welvaart dat in dat land wordt geproduceerd. Daarbij gaan we er in de eis vanuit, dat de gehéle welvaart in die verdeling betrokken dient te worden; dus dat naast de herverdeling van inkomens via een premiestelsel op de inkomsten uit loonarbeid tevens het inkomen uit beleggingen en kapitaalbezit in de beschouwing moet worden betrokken. En last but not the least roept de eis een halt toe aan de beleidsconcurrentie waarin staten in Europa elkaar de loef afsteken met telkens lagere belastingen en premies voor de sociale zekerheid zodat door loonkostenreducties concurrentievoordelen worden behaald.
2. Die inzichten brachten ons ertoe om de bestaande financiering van de sociale zekerheid tegen het licht te houden en de vraag te stellen of dat niet anders kan, en zo ja, hoe dan. De financiering van de sociale zekerheid is in elk land van Europa anders geregeld. Een constante is dat de bijdrage van de ondernemers telkens minder wordt, en dat via juridische spitsvondigheden nieuwe werknemerposities worden ontwikkeld in de freelance sfeer, geheel in lijn met het Europese project van de flexibel inzetbare arbeider, die tot gevolg heeft dat het financiële draagvlak van de sociale zekerheid andermaal kleiner wordt. Wij onderzoeken momenteel de mogelijkheden van een financiering van de sociale zekerheid uit een belasting op de toegevoegde waarde van bedrijven en instellingen.
Een financiering van de sociale zekerheid via een belasting op de toegevoegde waarde van bedrijven en instellingen sluit beter aan op het idee van een verdeling van de welvaart en is bovendien veel minder gevoelig voor conjuncturele schommelingen dan het bestaand stelsel. De schommelingen in de betaalde werkgelegenheid zijn over de afgelopen decennia altijd veel groter geweest van die van het BNP. Dat cijfer is bovendien voortdurend gestegen, terwijl de bijdragen voor de sociale zekerheid de laatste decennia drastisch zijn verlaagd.
3. Politiek zullen wij medestanders moeten traceren die voor een rechtvaardige verdeling van de welvaart kiezen. In weerwil van de triomfalistische zegetocht van het neoliberalisme, is - althans in Nederland - het overgrote deel van de bevolking nog altijd voor het kleiner worden van de inkomensongelijkheid en heerst er verontwaardiging over de puissante rijkdom van een minderheid en de schandalig hoge salarissen en bonussen van topmanagers. Wij onderzoeken dus ook de mogelijkheid van een nieuwe politieke alliantie met maatschappelijke krachten die tot dusverre onbenut zijn gebleven; en wij pogen een argumentatielijn te ontwikkelen die de verdeling van de welvaart in Nederland, Europa en de wereld opnieuw in het midden van de politieke agenda stelt.
4. De internationale en Europese inspiratie zullen we moeten stellen tegenover mobilisaties op nationalistische en regionalistische sentimenten. Er is wat dat betreft maar één ras: de mens. De ontkenning van dat beginsel zien wel al genoeg om ons heen in de sociale ontwrichting die het gevolg is van de weergaloze uitsluiting en uitbuiting van migranten. De globale economische en politieke ontwikkelingen zetten traditionele concepties van staatssoevereiniteit en burgerschap op losse schroeven. En juist in die turbulente ontwikkelingen is het van het grootste belang om de gelijkberechtiging van eenieder voorop te stellen, met open grenzen en bestaanszekerheid voor iedereen.
Wij willen wijzen op de morele verplichtingen die voort vloeien uit het vrij verkeer als grondrecht, menselijke basisbehoeften (en gebrek) en een rechtvaardige internationale verdeling van de welvaart. De ongelijke economische ontwikkeling en het bestaan van extreme armoede op de wereld zijn een hard gegeven en vormen in zichzelf een moreel-politiek schandaal van de eerste orde. Vanuit dit morele appel zal een inhoudelijk antwoord geformuleerd moeten worden op het neo-liberalisme en het revanchisme in de sociaal-democratie, de zogenaamde Derde Weg, oa gedragen door Tony Blair en Schroder, die de bestaanszekerheid afbreken in naam van dezelfde hoge morele waarden en die met een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van mensen voor hun bestaanszekerheid de collectieve solidariteit laten eroderen.
euromarsen@dds.nl