Een eeuw geleden sprak Frederik van Eeden
Citaten uit een toespraak tot werkenden, gehouden in d' Geelvink te Amsterdam, 14 maart 1899
Nu heb ik voor eenigen tijd aan deze leden van den beuzelenden stand gevraagd: `waarvan zij leven?' En zoo vraag ik nu aan u, leden van den werkenden stand `waarvoor gij werkt?'
En net als zij zeggen: `wij leven van geld', zoo zegt gij: `wij werken voor geld'. Maar dat is onzin, gij werkt niet voor geld, maar voor de menschen die u geld geven, voor ieder die u geld geeft, voor dien werkt gij. Voor ieder, voor schurk en schoft, even hard, even bereidwillig.
Vindt gij 't een genoegelijk bestaan, op die manier? merkt ge dat ge in de ketens zit? voelt ge de boeien knellen?
De menschen, die niet tot den werkenden stand behooren, hebben ‘t meeste geld. En in plaats van voor elkander te werken, werkt gij bij voorkeur voor de beuzelaars. Hoe zit dat? Wat is het ideaal voor den werkman? Voor den `rijkdom’ te werken, daarbij is 't meeste te verdienen.
In plaats van een veracht, verstooten mensch te zijn, een verschoppeling van de maatschappij, is de beuzelaar het midden, de spil waar alles om draait. Hoe zit dat?
Tegenover beuzelen staat nuttig-werkzaam zijn. Maar wat nuttige werkzaamheid is, daar kan men lang over kibbelen.
De een zal b.v. het bouwen van een pantserschip nuttig werk noemen, de ander noemt het beuzelen.
Gij, niet-bezitters, zijt gedwongen te werken voor de bezitters, of gij wilt of niet. Uw vrijheid is een wassen neus, het staat u alleen vrij te verhongeren, wanneer ge weigert toe te stemmen in de voorwaarden die de bezitter u stelt.
Zoo zijn uw ketens gesmeed.
Gij kunt u niet bevrijden door dom en grof geweld, door drukte en geschreeuw. Niet werk staken, integendeel. Maar niet meer voor de heeren werken, maar voor elkander.
Niet meer werken voor de beuzelaars, maar werken voor de werkers.
WERKERS! WERKT VOOR ELKANDER!
Coöpereeren, samenwerken, en niet concurreeren, tegenwerken.